Fioretti College Veghel

WS2 - Les 1

Lesstof
H1 - Synoniem zoeken
H2 - Omschrijving zoeken                                          Toets 1
H3 - Voorbeeld zoeken
-----------------------------------------------------------------------
H4 - Tegenstelling zoeken
H5 - Bekend woorddeel zoeken                              Toets 2
H6 - Woordenboek gebruiken
1 / 9
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 9 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Lesstof
H1 - Synoniem zoeken
H2 - Omschrijving zoeken                                          Toets 1
H3 - Voorbeeld zoeken
-----------------------------------------------------------------------
H4 - Tegenstelling zoeken
H5 - Bekend woorddeel zoeken                              Toets 2
H6 - Woordenboek gebruiken

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Kort herhalen 'oude' theorie. 
- Uitleg tegenstelling zoeken.
- Oefenen.

Slide 2 - Tekstslide

Woordraadstrategie
Elk hoofdstuk is een andere woordraadstrategie.

Gebruik je om lastige woorden in een tekst te begrijpen. Je gebruikt de kennis die je al wel hebt.



Slide 3 - Tekstslide

Synoniem - H1
Woorden met ongeveer dezelfde betekenis.
   Ken je het ene woord niet, dan ken je het andere woord                     misschien.


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Omschrijving - H2
Soms staat een moeilijk woord in de tekst uitgelegd. Dat kan in een andere zin staan of tussen haakjes.

Een baby wordt in de eerste week gecheckt door iemand van het CJG. Dit is een instantie die....etc.


Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld - H3
Kun je herkennen aan: - Een dubbele punt.
                                                 - Haakjes (.....).
                                                - Woorden zoals bijvoorbeeld, als, zoals.

Je volgt op school meerdere vakken, zoals: Nederlands, wiskunde...

Slide 7 - Tekstslide

Tegenstelling - H4
Herken je vaak aan signaalwoorden: maar, anderzijds, daarentegen, echter, evenwel, hoewel, aan de andere kant.

Ik speel graag buiten, maar ik hou niet zo van dit koude weer.

Wat staat hier tegenover elkaar?

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag!                        Blz.  102
- Maak start+1+2.


Slide 9 - Tekstslide